Slikproblemen en ondervoeding

Slikproblemen (dysfagie) gaan vaak samen met ondervoeding.
Slikproblemen kunnen eten bemoeilijken, wat ertoe kan leiden dat iemand minder eet. Eten wordt minder plezierig of zelfs beangstigend, hetgeen de eetlust verder vermindert. Mensen met een slikprobleem hebben vaak aangepaste voeding nodig. De aanpassing in dikte (consistentie) wordt geadviseerd door de logopedist.

Wanneer iemand aangepaste voeding gebruikt—bijvoorbeeld dikvloeibaar of gemalen—kan dit de eetbeleving negatief beïnvloeden. Het aanbod is vaak eenzijdiger en beperkter, waardoor het minder energie- en eiwitrijk is dan reguliere voeding. Het gevolg kan zijn dat de bewoner ondervoed raakt.

Signalen van (risico op) ondervoeding zijn onder meer:

• onbedoeld gewichtsverlies (kleding zit losser, sieraden vallen af);
• vermoeidheid en verminderde spierkracht;
• bleke, droge of koude huid;
• minder eetlust;
• slechtere conditie, langzamere wondgenezing en verminderde weerstand.

Let op: ondervoeding kan ook voorkomen bij mensen met een gezond gewicht of overgewicht.