×
03-08-2023

Ontwikkelingswerker Funs Briels vertelt vol passie over zijn leven in Afrika

“Toen 5 jaar geleden mijn vrouw is gestorven vond ik het beter om naar een verzorgingshuis te verhuizen. Ik heb wat gekwakkeld met mijn hart en vond het niet verstandig alleen te blijven wonen. Mijn schoondochter heeft uiteindelijk geregeld dat ik hier terecht kon. Hier ben ik een tevreden mens”, zegt Funs lachend.

Funs Briels [29 december 1932], een vitaal uitziende 90-plusser, woont al bijna 4 jaar in onze locatie Oosterbeemd.

Heimwee naar Afrika
Funs heeft samen met zijn vrouw twee kinderen, een jongen en een meisje, een tweeling. 
Naast zijn familie heeft hij heel veel kennissen in Afrika. Een periode die hem heeft gemaakt tot de man die hij nu is. 

“Met weemoed denk ik terug aan de mooie tijd in Afrika”, vertelt Funs. “Af en toe heb ik nog steeds heimwee naar de mensen en het continent. Soms kan ik wel janken omdat ik zo graag terug wil. Maar dat gaat niet meer. Niet alleen vanwege mijn gezondheid maar met name omdat er zo veel is veranderd. 
De corruptie en de invloed van met name China maken het steeds onveiliger in die regio. Ik werkte vooral aan de west kust van Afrika, van Senegal tot Benin en eigenlijk voornamelijk vanuit Togo. In 1993 ben ik nog eens terug geweest. Maar ik kwam niet verder dan de luchthaven. Velen kenden mij nog en vonden het niet verstandig om door te reizen waardoor ik rechtsomkeert heb gemaakt.” 

Naar Afrika
“Na mijn HBS opleiding heb ik de textielschool gedaan. Met die kennis en het feit dat ik vier talen sprak, ben ik uiteindelijk via ontwikkelingssamenwerking in Geneve in Afrika terecht gekomen. 

Hun voorstel was om er één jaar naar toe te gaan om dan tijdelijk weer naar huis te komen om daarna weer één jaar te gaan. Dat vond ik te heftig. Uiteindelijk heb ik kunnen afspreken dat ik drie maanden zou gaan en zes weken terug naar Europa om vervolgens weer te gaan. 
Die drie maanden werden er ook wel eens zes, afhankelijk van het project waar ik mee bezig was.”

Diplomatiek zijn
“Ik had heel veel contact met de Begijnen en missionarissen. In die tijd waren er veel verschillende nationaliteiten aan het werk. Ook wel mensen die vanwege hun verleden niet meer welkom waren in Europa, zoals Duitsers die ‘fout’ waren geweest in de oorlog. Maar daar trok ik me niks van aan. 
Mijn taak was om een textiel-fabriek mee te helpen opzetten. Dat was van katoenplantages, tot verwerkingsfabrieken tot uiteindelijk de textielfabrieken. 

Na de eerste wereldoorlog heeft iemand bedacht om landen te creëren in Afrika. Er zijn gewoon lijntjes getrokken en bepaald dit is Togo, dat is Benin et cetera. Zonder rekening te houden met de verschillende stammen. Dat maakte het wel eens onveilig. 

Dan was je iets aan het regelen met bepaalde mensen, maar dan vonden andere stammen dat ze buitengesloten waren. Het was soms goed manoeuvreren met wie je wat ging regelen.

Een hoge functionaris bij het ontwikkelingswerk zei dat ik diplomaat had moeten worden. Het grote voordeel was dat ik heel snel de Afrikaanse taal Ewe onder de knie had. De lokale bevolking zei dan ook dat ze moesten oppassen wat ze vertelden omdat ik alles meekreeg”, vertelt Funs trots.

“Oh ja, ook nog leuk om te vertellen”, geeft Funs aan die steeds enthousiaster wordt van hetgeen hem steeds weer te binnen schiet. “De Begijnen waren schatten, maar niet iedere Begijn ging weer als non terug naar Europa. Er zijn er wel een aantal geweest die verliefd zijn geworden.”

Vernoemd naar mijn dochter
“Ik had veel contact met de lokale bevolking. Op een gegeven moment was ik ook aanwezig bij een bevalling in het dorp waarna ik het kindje ook in mijn armen kreeg. De ouders hebben het kind Tina genoemd. Vernoemd naar mijn dochter Anita. Dat was en is nog steeds heel bijzonder. 

Nog niet zo lang geleden is Tina mij hier komen opzoeken. Ze is getrouwd met een gefortuneerde Deen. Ze waren met de camper aan het rondtrekken en kwamen zomaar effe goedendag zeggen.

De receptioniste van Oosterbeemd kwam die dag naar mijn kamer en zei verbaasd:  “Er is bezoek voor u en volgens mij komt ze uit Afrika”. Waar we later nog hartelijk om gelachen hebben, want Tina is goed donker. Zwart mag je volgens mij niet meer zeggen…”, zegt Funs lachend.

Zelfvoorzienende projecten
“We hadden het goed voor elkaar in Afrika. Ieder project maakten we zelfvoorzienend. Er werden wegen aangelegd en barakken gebouwd voor de werkenden. 

De Duitsers hebben zelfs een meer gemaakt waaruit water kon worden gepompt naar de huizen en fabrieken. En dat was allemaal redelijk veilig omdat in het gebied ook een grote kazerne lag van de legionairs. Als het hommeles was, konden we altijd aan hen hulp vragen.”

Eigen woordenboek
Funs laat ter afsluiting nog een dictionair zien die hij zelf gemaakt heeft. Met aan de ene kant het Franse woord en aan de andere kant het woord in Ewe. 

Bij het weggaan zegt Funs: “Carpe Diem.” 
Funs heeft een aneurysma in z’n lies. Vanwege zijn hoge leeftijd en slecht hart is een operatie geen optie. “Ik heb een mooi leven gehad. En ik vind het leuk dat ik mijn Afrika verhaal met jullie mag delen. 
Door erover te vertellen komen herinneringen terug. Mooie herinneringen die mijn dag weer mooi maken. Vandaar ‘pluk de dag’.
 

   

0900 777 4 777

+